Doos waarop je een deksel doet


Zo tegen het einde van het jaar word ik altijd een beetje melancholisch. Misschien ligt dat aan het tekort aan zonlicht, misschien aan het teveel aan files. Mischien heeft het te maken met het gedrag dat iedereen vertoont zo rond kerstmis. Mensen denken ineens na over liefde en vrede, ze gaan huiselijk doen, er wordt weer gezellig tijd genomen voor elkaar en zelfs de kerk wordt weer even drukbezocht. Het lijkt alsof iedereen een soort kerstpakket in zichzelf openmaakt. Een doos vol met traditie, besef, verlangen, waarden en dromen. Binnenkort zal ik ook mijn kerstdoos openmaken en ik weet nu al wat ik als eerste tegen zal komen; Meteen weet ik ook waar die melancholie vandaan komt. Het is…het is… The Sound of Music...

Net zoals je iets kunt tegen-eten, zo heb ik de Sound of Music tegen-gekeken. Nee, erger nog, tegen-gezongen en tegen-geluisterd. Want ik heb de video, de langspeelplaat, een zelfgebrande cd en daar weer een illegale kopie van. Verder heb ik nog het complete script mét songteksten, ik heb alle akkoorden en melodielijnen voor gitaar, triangel en blokfluit en sinds kort heb ik zelfs de dvd, met daarop de 'deleted scenes', waaronder een zeer interessante blunder van Kurt von Trapp die do-re-mi door elkaar weet te halen. De bonus is een interview met Julie Andrews die pas nog haar alweer 175e verjaardag mocht vieren. Kortom, ik ken de Sound of Music van begin tot eind, van A tot Z, oftewel, van Do tot La. Van kinds af aan heb ik een ongewone haat-liefde verhouding met deze verfilming van geluk en ongeluk en alles wat daar tussenin zweeft. En dat komt eigenlijk alleen maar door Liesl. Liesl is dat mooie, lieve meisje dat al 54 jaar lang elke kerst op meerdere tv-kanalen van 16 naar 17 gaat. Al zingend mijmert ze over liefde terwijl haar pubervriendje, de altijd gladde en manipulerende Rolf, die haar probeert in te palmen en te claimen, alleen omdat ie een jaartje ouder is. Verzuiling ten top, maar lieve Lies is naiëf zoals dat hoort bij haar leeftijd en lijkt haar hart te verlieslen. Nachten lang heb ik daarvan wakker gelegen. Het gaat nu al een paar jaar goed maar op 1e kerstdag zal het wel weer zappen worden tussen de Belgische, Nederlandse en Duitse publieke omroepkanalen. Na afloop van de film springt er altijd wel een tante achter het Hammond-orgel en tovert opa ergens een gitaar vandaan om in te zetten... en als je heel goed luistert, kun je horen dat de buren ook familiebezoek hebben.

Toch niet veel slechter dan een doorsnee avondje eigentijdse televisie . Neem bijvoorbeeld ‘Weekend miljonairs’. Een quiz waarmee de kandidaten tot een miljoen gulden bij elkaar kunnen antwoorden. Hierbij geholpen door de fifty-fifty-kans, het publiek of een mystery-iemand die altijd thuis en nooit in gesprek is. Met kerst wordt het aanbod altijd aangepast. Er mag weer gelachen worden en vooral veel gehuild. En omdat in Nederland geluk samen gaat met geld, worden er weer loterij-records gebroken. Hennie's suprise-doos gaat open en uit alle windstreken worden vermiste moeders en gebroken wederhelften naar Aalsmeer gehaald, terwijl in Den Haag het debat over het vreemdelingenquotum heel eventjes 'on hold' wordt gezet. Op de radio probeert Sky muziekhaters te kweken door in 3 weken tijd zo vaak mogelijk dezelfde 4 kersthits te draaien. En net als last christmas zal dit radiostation er zeker weer in slagen. Maar voor die muziekhater is er altijd nog de Josti-band op Nederland 2. Maar goed, deze muzikanten spelen misschien met minder verstand, maar des te meer met hun hart, die volgens mij altijd in een oprechte kerststemming is. En als liefde beursgenoteerd was, was de Josti-band een miljardenbedrijf, maar dit terzijde.

Door al dit gedrag van mensen en media, zou je je bijna de vraag gaan stellen. Kerst, waar ging dat eigenlijk ook al weer over? Ik sprak laatst een asielzoeker uit Ruanda. Ik vroeg hem in stokbrood-Frans waarom hij eigenlijk gevlucht was. "Parseku-lavie-eh-komme-la-morte-laba" kreeg ik poëtisch terug. Voor mij is ieder woord Frans poëtisch omdat ik er meestal geen ballon van snap en dus liet ik het er maar bij. Maar over kerst was hij heel duidelijk en universeel. “ Jezus is geboren voor ons allemaal en de herinnering daaraan maakt me altijd heel gelukkig”. Heel simpel, zonder sausje, zonder lichtjes, zonder arreslee. Met kerst voelde hij zich niet meer een vreemde ver van huis, maar één van die allemaal en na zoveel tegenslagen, vluchtroutes en onderdrukking vond ie dat wel een aardige straatprijs. Voor mij werd in ieder geval duidelijk; voor deze jongen geen fifty-fifty kans op een miljoen of een gouden toekomst. Het publiek om hem heen met het juiste antwoord wordt steeds kleiner en zijn mystery-iemand zal wel thuis zijn maar heeft geen telefoon. Ook geen peace in z'n vaderland, niet eens een chance. Aan de andere kant, voor hem ook geen Edelweis of andere toonladder-terreur. Ik probeerde die zin nog een keer, vrij vertaald, “ Ik ben daar als de dood voor m’n leven”, en hij klonk ineens een stuk minder poëtisch. “ Wat hebben wij het goed hier” , mijmerde het melancholische stemmetje in me, oudbollig maar glashard. Ik denk dat er meer van zulke stemmen zijn, zo rond kerst. Maar helaas vallen ze straks weg, dan wordt de deksel op de kerstdoos gedaan en gaat iedereen weer verder, zoals het was, voordat die doos werd opengemaakt.

 

Robin Vesely,

Uit de bundel: "Ik geef je een knipoog"